vrijdag 26 juni 2009

Een bijzondere vondst

Een aantal maanden geleden zijn wij in contact gekomen met de kleinkinderen van de heer H.A. Homan.



Links op de foto staat de heer Homan. Rechts staat het hoofd van de school de heer Heggen

Hendrik Abel Homan werd geboren op 8 maart 1884 in Ten Boer. Hendrik trouwde in 1909 in Uithuizermeeden met Klazina van der Molen. Hij vertrok samen met zijn vrouw naar Den Haag. In 1923 begon hij te werken bij de Duitse school. Hij was christelijk, calvinist, streng en eenvoudig levend. Hij had een hekel aan overdaad. Maar hij was toch ook wel werelds, hij organiseerde reizen voor een reisvereniging b.v. naar de watervallen van Shaffhausen.

Toen wij contact opnamen met zijn kleinzoon om te vragen of hij mogelijk nog iets wist over zijn grootvader, bleek dat hij nog een schat aan informatie had liggen. De heer H.A. Homan bleek zijn leven lang minutieus dagboeken te hebben bijgehouden en deze dagboeken zijn bewaard gebleven. Niet alleen zijn dagboeken zijn bewaard gebleven, ook o.a. correspondentie die de heer Homan voerde met de christelijke onderwijsbond, ansichtkaarten die hij kreeg van leerlingen en niet te vergeten foto's. We hebben foto’s gevonden van de oude school, van de gymzaal en klassenfoto’s en bijvoorbeeld een hele leuke foto waaruit blijkt dat er bloemen op het dak van de school waren geplant!



We hebben vervolgens de vraag voorgelegd of wij de dagboeken in mochten zien. En zo gingen wij op vrijdag 12 juni naar het zonnige Reeuwijk om te kijken of deze dagboeken van enige betekenis konden zijn voor ons onderzoek. We werden zeer hartelijk ontvangen door de kleindochter en -zoon van de heer H.A. Homan, Eliane en Rik Homan. Het was heel bijzonder om in de dagboeken te lezen. Aan de ene kant werd informatie die we al hadden bevestigd, zoals een aantal namen van docenten en leerlingen. Anderzijds troffen we gegevens aan in de dagboeken en in de correspondentie die een aanvulling vormen op ons onderzoek. Zo hebben leerlingen van de Friedrich van Bylandtschule in de oorlog een tijd in een klooster in Echt en Baexem gezeten, we wisten wel dat het zo was, maar een aantal gegevens ontbrak nog. De dagboeken van Homan hebben daar weer enige verheldering in gebracht. Een leuke foto uit die tijd is dat Homan met de paters uit het klooster aan het volleyballen is.



Er was zoveel informatie dat een ochtend speuren niet voldoende was. We hebben vorige week nog een ochtend uitgebreid gelezen en gezocht in de dagboeken, correspondentie en foto's. We hebben nu nog een aantal concrete data en periodes waarop we willen zoeken en dat gaan we de komende weken doen. Vaststaat dat het voor ons onderzoek een juweeltje is geweest en wij willen de familie Homan ook hartelijk danken dat zij ons de dagboeken van hun grootvader hebben laten lezen!

MK

dinsdag 23 juni 2009

Rommert Casimir

Naamkeuze voor de school
Op 10 mei 1948 besloot de Gemeenteraad een groot aantal openbare scholen een naam te geven. Scholen mochten zelf hun wensen aan de gemeente doorgeven. Uit een afscheidsbrief van juffrouw Gisolf aan de oudercommissie blijkt dat het eerste voorstel was geweest om de school te vernoemen naar professor van der Palm. Waarom dit voorstel het niet heeft gehaald, wordt niet duidelijk maar uiteindelijk werd er begin 1949 voor de naam Prof. R. Casimir gekozen. Rommert Casimir had zelf toestemming gegeven om zijn naam aan de school te verbinden. Ik sprak een paar maanden geleden met zijn 97-jarige schoondochter Josina Casimir-Jonker en zij vertelde dat hij het wel leuk vond als scholen hem vroegen om zijn naam te mogen dragen maar dat hij niet veel bezig was met het lager onderwijs.






Mevrouw Casimir-Jonker in gesprek met Nicolien Pinkse

Wie was Rommert Casimir?
Rommert Casimir werd in 1877 in een eenvoudig gezin in Kollum geboren. Zijn vader overleed toen hij een half jaar oud was. Op de dorpsschool in Kollum had hij een nare onderwijzer, die kinderen zelfs mishandelde. Zijn zoon de natuurkundige Henk Casimir geloofde dat dit slechte voorbeeld een prikkel voor Rommert was om zelf een betere opvoeder te worden. Door de voorloper van de kweekschool heeft Rommert zich verder kunnen ontwikkelen. Rommert had een fenomenaal geheugen en was een begenadigd spreker. Hij hield in zijn leven duizenden toespraken over diverse onderwerpen, zoals opvoeding en de risico’s van alcohol. Volgens Josina Casimir-Jonker was hij een hartelijke man maar duldde hij weinig tegenspraak. Hij zou het in deze tijd met mondige kinderen (en ouders) zwaar hebben gehad.
Onderwijsvernieuwer Jan Ligthart was een grote inspirator en vriend van Casimir. Ligthart werkte zijn hele leven in het lager onderwijs. Van 1885 tot en met 1916 was hij hoofd van de openbare school in de Haagse Tullinghstraat.




Jan Ligthart observeert zijn leerlingen tijdens een van de buitenlessen, circa 1910

In 1906 haalde Ligthart Casimir over om naar Den Haag te komen om met dezelfde principes een middelbare school te stichten, waar als nieuw element de 2 jarige onderbouw werd ingevoerd. Zowel Casimir als Ligthart vonden de keuze tussen Gymnasium en H.B.S. op 12 jarige leeftijd te vroeg. In 1909 werd het Nederlands Lyceum in Den Haag geopend met Casimir als rector. Casimir bleef tot 1930 rector van dit eerste lyceum in Nederland. In 1916 overleed Jan Ligthart. Zijn dood was een grote schok voor Rommert. Rommert Casimir werd in 1918 de eerste hoogleraar pedagogiek in ons land en zou dit tot 1950 blijven. Hij overleed in 1957 op 79-jarige leeftijd in Voorburg.

Professor Casimir spreekt bij de onthulling van het Ligthart-monument in het Zuiderpark. Onder de overkapping zit Juliana.

Opvoeden volgens Casimir
Casimir introduceerde niet alleen een nieuw schooltype maar ook een nieuwe geest in het middelbaar onderwijs. Hij zorgde voor een versterkt contact tussen school en gezin (ouderavonden) en een vriendschappelijke verhouding tussen leraren en leerlingen (klassenavonden, schoolreizen etc.). Dit soort activiteiten werden begin twintigste eeuw nog sterk afgekeurd en veroordeeld.
Opvoeden heeft volgens Rommert Casimir 4 aspecten:
1. een kind heeft vrijheid nodig om zich te kunnen ontplooien
2. een kind heeft doelmatig ontwikkelingsmateriaal nodig
3. een kind moet geprikkeld worden om het materiaal te gebruiken en
4. een kind moet bepaalde taken worden opgelegd en bepaalde neigingen van een kind moeten worden bedwongen. Een kind kan namelijk niet alles doen wat hij of zij wil omdat het in een gemeenschap moet kunnen leven.

Contact school met Rommert Casimir
Uit het archief van de oudercommissie van de school blijkt dat er een aantal keren contact is geweest tussen Rommert Casimir en de school. In 1951 werd er een tegeltableau in de gevel van de school aangebracht, waarop de naam van Casimir was vermeld. Hij werd door de toenmalige oudercommissie uitgenodigd om hier op 5 februari 1952 een zekere plechtigheid aan te verbinden en een toespraak te houden over de vernieuwing in het onderwijs. Casimir was verder in 1953 aanwezig bij de afscheidsreceptie van schoolhoofd Metman. Ook stuurde de school hem in 1952 een bos bloemen voor zijn 75ste verjaardag waarvoor hij uitvoerig bedankte in een mooie brief.



Professor Casimir in 1952 op 75-jarige leeftijd.



Bronnen:
· Casimir, H.B.G (1983), Het toeval van de werkelijkheid : een halve eeuw natuurkunde. Meulenhof: Amsterdam.
· Bolkestein, G. Rommert Casimir, Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde 1959. DBNL.
· Archief van de oudercommissie van de prof. Casimirschool, toegangsnummer: 0520-01.
· Gesprek met Josina Casimir-Jonker, gevoerd op 21 februari 2009.
· Foto’s zijn van het Haags gemeentearchief.


NP

donderdag 11 juni 2009

Context schoolgebouw Openbare Basisschool Benoordenhout (half-term) deel 2


KLM luchtfoto van het nog onvoltooide Benoordenhout in 1929 met in de linksboven het huidige OBS Benoordenhout schoolgebouw (Haags Gemeentearchief)

De nieuwe onderwijswet van 1920 geeft duidelijke voorschriften ter verbetering van het schoolgebouw. Financieel wordt het verschil tussen bijzonder en openbaar onderwijs rechtgetrokken. Voor het eerst komen bijvoorbeeld ook christelijke en katholieke scholen in aanmerking voor subsidie bij nieuwbouw. Men kiest voor architecten van naam en overal in de stad verrijzen schoolgebouwen met een rijke en vriendelijke architectuur. De vormgeving van het gebouw is voor scholen immers een manier om zich te profileren. Openbare scholen moeten hiermee concurreren en ook de gemeente zelf moet dus steeds snel met kwalitatief goede ontwerpen op de proppen komen. Om verschillende redenen, vaak van financiële of stedenbouwkundige aard, ontwerpen de gemeentearchitecten ook scholen voor bijzonder onderwijs.


KLM luchtfoto uit 1950 met J.J.P. Oud’s B.I.M. (Shell gebouw, 1938-1946) met op de voorgrond het huidige gebouw van de OBS Benoordenhout (Haags Gemeentearchief)

Met het type schoolgebouw wordt nauwelijks geëxperimenteerd - uitzonderingen op basis van ideeën van onderwijspioniers daargelaten. Achter de monumentale en respect afdwingende gevels is doorgaans een school van het gangentype te vinden. De lokalen zijn per verdieping gegroepeerd aan een lange gang die meestal op de hal met trappenhuis uitgeeft.


Haagsche School - Wassenaars tramhuisje van J.H. Plantenga ca.1925 (foto F.R. Yerbury, collectie E.J.M.)

De vele nieuwe Haagse scholen zorgen mede voor een wijdverbreide manifestatie van de vormentaal van de Nieuwe Haagse School, het idioom waarin veel van de betrokken architecten werken. Het is een vrijwel unieke combinatie van de ideeën van Berlage, De Stijl en de Amerikaanse architect Frank Lloyd Wright vermengd met echo’s van expressionisme. In het Haagse klimaat resulteert deze mix in een ingehouden modernisme dat appelleert aan de behoudende progressiviteit van de Haagse burgerij en bestuurders. Uiterlijke kenmerken zijn onder andere sobere bakstenen muurvlakken, betonnen en natuurstenen gevelbanden, een geleidelijke (visuele) overgang tussen binnen en buiten door het gebruik van terrassen en borstweringen of plantenbakken, grote raampartijen met een onbelemmerd uitzicht – o.a. door toepassing van smalle ‘stalen’ raamkozijnen, en platte of juist pannendaken met ruime overstekken. Deze stroming wordt soms wel als een Nederlandse variant op Art Deco benoemd. Naast de Nieuwe Haagse School zelf doen nog andere vormen van baksteen-expessionisme - zoals de Amsterdamse School of het werk van W.M. Dudok - opgang in deze periode. Ook hiervan zijn ook in de Haagse (Scholen)bouw invloeden en voorbeelden te vinden.
EJM

woensdag 3 juni 2009

Boriska Kulcsàr (1918-1983)
Boriska Kulcsàr werd in september 1918 in Scheveningen geboren. Ze verhuisde al snel met haar ouders naar de chique Nassau Odijckstraat in Den Haag, waar in 1920 haar broertje Theodor werd geboren. Als klein meisje bleef ze 's avonds stiekem op om uit het raam van haar slaapkamer te kijken als buren na het bezoek aan een gala in uniformen en avondjurken met koetsjes naar huis werden gebracht.

Haar vader Marton Kulcsàr was een succesvol importeur van Perzische tapijten. Hij werd geboren in Hongarije en had veel gereisd toen hij in 1901 met de Holland-Amerika-Lijn naar Nederland kwam. Hij opende de eerste speciaalzaak op dit gebied in Nederland in de Herenstraat. Omdat de zaken goed liepen, vestigde hij zijn zaak in 1908 op Noordeinde 11 in een winkelpand dat hij een uniek Perzisch/Jugendstil aanzicht liet geven.



Links: Foto van Noordeinde 11 omstreeks 1910. Rechts: advertentie in de Haagsche Post van de illustrator Willy Sluiter.

Boriska bezocht eind jaren ’20 en begin jaren ’30 de Friedrich von Bylandtschule. De zoon van Boriska, John Dunkelgrün, vertelde ons dat zijn moeder altijd prettige herinneringen aan de school heeft bewaard en haar hele leven plezier heeft gehad van het uitstekende onderwijs in "de moderne talen", die zij uitstekend sprak en bleef lezen.
Na haar schooltijd werkte zij een tijdje als secretaresse van een detectivebureau dat in opdracht van de regering moest uitzoeken welke officieren en hogere ambtenaren stilletjes lid waren van de NSB. Vanaf eind 1933 was het voor ambtenaren namelijk verboden om lid van de NSB te zijn. In het begin van oorlog trouwde zij met dhr. J. Dunkelgrün.



Foto's van Boriska Kulcsàr. Bron: John Dunkelgrün

Mogelijk heeft het perfecte upper class Duits dat Boriska had leren spreken op de Von Bylandtschule haar leven gered. De joodse Boriska vluchtte in 1942 samen met haar man naar Zwitserland. Boriska die grijsblauwe ogen had en van nature lichtbruin was, reisde met sterk geblondeerd haar. Bij een Duitse controle in een trein in bezet Noord Frankrijk, wist ze zo een Gestapo officier te overdonderen met haar Valkyrie uiterlijk en haar op de Von Bylandtschule aangeleerde tongval. Ook haar man en ouders overleefden de oorlog. Haar broer Theodor niet. Hij is in 1944 in Blechhammer vermoord.
NP

Bronnen: artikel in De Winkelgids van 1926, de website http://www.carpetgallery.eu/ en informatie van John Dunkelgrün, de zoon van Boriska.