Hendrik vertrok samen met zijn vrouw naar Den Haag. Klazina
en Hendrik kregen twee kinderen, een dochter Tine en een zoon. Hij begon op 1
april 1923 met lesgeven aan de Deutsche Schule (Bylandtschule) in Den Haag. Op
de Bylandtschule zaten Duitse en Nederlandse leerlingen. Het hoofd van de
school was toen Wilhelm Heggen. De school was ontstaan uit de Deutsche
evangelische Gemeinde maar was gericht op het Nederlandse onderwijssysteem. (meer hierover klik hier)
Foto uit
1924 met aan de rechterkant de heer Homan
|
Voordat hij op de Friedrich Bylandtschule gingen werken, had
hij bij een andere school gewerkt. Hij werd daar elke zomer ontslagen, ging in
de ww en werd dan in september weer aangenomen. Hij vond dit onrechtvaardig,
maar het bestuur zei dat er geen geld was. Totdat er een groot feest gegeven
werd en er naar zijn smaak overdadig gegeten en gedronken werd met dikke
sigaren toe. Hij vroeg het woord en stelde die overdaad tegenover zijn ww. Na
dit incident werd hij daar ontslagen.
Zijn kleinzoon Rik Homan vertelt over zijn grootvader aan
dat hij christelijk, calvinist en streng was. Hij leefde eenvoudig en had een
hekel aan overdaad. Maar hij was toch ook wel werelds. De heer Homan hield
gedurende zijn leven dagboeken bij. Hieruit blijkt dat hij veel las, erg van de
natuur hield en het belangrijk vond dat zaken efficiënt werden georganiseerd.
Foto genomen in de Dreibholtzstraat. Rechts staat de heer Homan. Links zittend het hoofd van de school de heer Heggen
|
De heer Homan is twintig jaar – van 1920 tot en met 1940 -
lid geweest van het hoofdbestuur van de Unie van Christelijke onderwijzers. Op
de jaarvergadering die in december 1940 In Utrecht werd gehouden, werd
hartelijk afscheid genomen van de heer Homan een een boekgeschenk vertolkte de
dankbaarheid van de unie jegens de heer Homan voor alles wat hij voor de unie had gedaan.
Onzekerheid over voortbestaan Bylandtschule
Een incident in het voorjaar van 1939 – de school hing de
Duitse vlag uit na inlijving van Tsjechoslowakije - heeft tot gevolg dat de
Nederlandse overheid de school niet langer financieel meer wil ondersteunen.
Het bestuur wil vervolgens de school opheffen. Een Hollandse vereniging wil er echter
voor zorgen dat de Friedrich Bylandtschule kan blijven bestaan voor Hollandse
kinderen. Ook de zoon van Bylandt wil graag dat de school blijft bestaan.
Een tijdlang is het voor de heer Homan en zijn collega’s
onduidelijk wat er gaat gebeuren met de school. Zou het plan om de school een nieuwe
start te laten maken door de Vereniging slagen – de heer Homan hoopt hier op -
en zo niet wat zou er dan met de leerkrachten gebeuren van de Bylandtschule? De
school verliest echter veel leerlingen aan de andere scholen die onder het
Duitse Scholenvereniging vallen. Eind april 1940 worden nog veel leerlingen en ouders
bewerkt om een overstap te maken naar een andere school van de Duitse
Scholenvereniging. Dhr. Homan windt zich hier erg over op.
Start Tweede Wereldoorlog
En dan valt op 10 mei 1940 Duitsland Nederland aan. Op 13
mei gaat dhr. Homan naar school om portretten enz. op te bergen. Op 16 mei is
de gymzaal bezet door de Duitsers.
Op 30 mei is het gymlokaal weer vrij van militairen. Op de
school zitten dan nog maar 52 leerlingen en een week later nog maar 42. Homan
geeft les aan 20 leerlingen van klas 7, 8, 9 en 10. Dat het slecht gaat met de
school blijkt ook uit de jaarrekening van 1940. In 1940 is er 14.263 gulden in
de school geïnvesteerd tegen 20.851 gulden het jaar daarvoor. Op 25 mei 1940
vindt er een vergadering van de Duitse Scholenverenging plaats. Besloten wordt
dat de Bylandtschule in ieder geval tot 1 juli 1940 onder het beheer van de
Duitse Scholenvereniging blijft en dat de heer Homan voorlopig hoofd wordt.
Onduidelijk is hoe het – gegeven de nieuwe situatie - verder
zal gaan met de school en de docenten. Op 3 september 1940 krijgt de heer Homan
te horen dat hij niet zal worden ontslagen en er qua salaris niet op achteruit
zal gaan. De school wordt verbouwd, beneden blijven er vier lokalen en boven
komen er drie grote. Het is een chaos maar Homan voelt zich niet direct verantwoordelijk.
Hij is geen hoofd (meer), hij hoeft alleen Hollandse formaliteiten te
vervullen. Op 15 oktober wordt de Deutsche Volkschule weer geopend op de
Dreibholztstraat 2-4. Er vindt een feestelijke opening plaats. Het bestuur
besluit tijdens een vergadering in december 1940 om het gebouw aan de
Dreibholtzstraat van de gemeente te kopen. De school valt dan niet meer onder
het Duitse Ministerie van Buitenlandse Zaken maar onder het Reichscommissariaat.
Dhr. Homan twijfelt wat hij het beste kan doen op het moment
dat de Bylandtschule in 1940 wordt omgezet in een Deutsche Volksschule. Hij
zoekt contact met het toenmalige hoofd van de Afdeling lager onderwijs van het
departement van onderwijs, kunst en wetenschappen. Het toenmalige hoofd zou hebben aangegeven dat hij kon aanblijven
zolang er niets gebeurde wat hij niet met zijn geweten kon rijmen. Als hij
ontslag zou nemen zou hij zijn salaris en wachtgeld verliezen. Hij besluit
vervolgens op de school te blijven werken.
De Deutsche Volksschule
De Deutsche Volksschule verhuist in september 1941 van de
Dreibholtzstraat naar de Waalsdorperweg 12 - het voormalige gebouw van de vrije
school. In de Dreibholtzstraat komt dan een Deutsche Hauptschule. Een Duitser -
de heer Saathoff - werd het hoofd van de Deutsche Volksschule en de heer
Scheffer van de Deutsche Hauptschule. In de Jan van Nassaustraat zat nog de
Oberschule die werd geleid door de nazi Dr. Honsberg.
De Deutsche Volksschule gevestigd aan de Waalsdorperweg. |
In het najaar van 1941 gaan de leerlingen uit de hoogste
klassen samen met een aantal docenten voor een paar weken naar een Kinderverschickungslager
(KLV) in Augsburg. De heer Homan gaat niet mee. Op 20 december 1941 gaat de
Hitlerjugend en de Jungmädel collecteren voor Winterhilfe. De meeste kinderen van
de school doen hieraan mee. Dat de heer Homan niet veel op heeft met de opvoedersgilde
van de NSB, blijkt als Saathoff met hem praat over het politiek systeem van
Genechten, een kundig man volgens Saathoff. Homan geeft aan dat hij deze lui
niet moet. Saathoff geeft aan dat als men nu niet meedoet later aan de kant
staat.
Op 1 mei 1942 noteert Homan in zijn dagboek dat Joden met
een ster moeten lopen. Eind 1942 heeft hij het steeds vaker over de dreigende
evacuatie van Benoordenhout. Begin 1943 verhuist hij met zijn vrouw naar een
nieuwe woning. Samen met de leerlingen gaat hij in 1943 naar het KLV in Echt (meer hierover klik hier). Na
terugkomst in Den Haag in oktober 1943 neemt de school afscheid van de heer
Saathoff die in militaire dienst moet. De Heer Homan betreurt zijn vertrek,
want je weet wat je hebt en niet wat je er voor terugkrijgt. Daarna heeft de Fries
meneer Hermel de dagelijkse leiding over de school. Een periode is onduidelijk
waar de school daarna heen zal gaan. Het wordt uiteindelijk een klooster in
Baexem. Op de oudervergadering in de sociëteit de Vereniging in de Kazernestraat
belooft de heer Hermel de ouders veel, waaronder geen militair gedril. Veel
ouders zijn tegen het vertrek naar Baexem. Het schorem is echter voor volgens
Homan en dankbaar voor veiligheid, kleding en schoeisel. Op 9 maart 1944 vertrekt
Homan samen met leerlingen met de trein naar het klooster Exaten in Baexem. In
het klooster zijn ook enkele paters. De school krijgt de twee bovenste etages
van de Arbeidsdienst. Veel kinderen zijn ziek en enkele ontevreden ouders komen
hun kinderen halen. In april constateert Homan dat het eten beter wordt maar
dat het niet aan de eisen van een KLV lager voldoet.
In mei 1944 gaat hij enkele dagen naar Den Haag. Na zijn
terugkomst gaan de jongens van de school in uniform naar een bijeenkomst waar
onder meer Seyss-inquart spreekt. In het klooster zit ook een Duitse school uit
Leiden. De samenwerking met deze school verloopt niet soepel. Op 1 juli 1944 noteert
Homan in zijn dagboek ‘de Lehrstand heeft het weer eens afgelegd tegen de
Wehrstand’. Hij wilde per 1 augustus 1944 ontslag nemen. Dit werd echter
geweigerd.
Einde van de Duitse school
In september 1944 komt er dan toch een einde aan zijn ruim
21-jarige verbondenheid aan de school. Op 4 september 1944 vlucht de school
naar Duitsland vanwege de geallieerden die steeds meer terrein wonnen. De heer
Homan gaat niet mee en kan niet wegkomen naar zijn familie in Den Haag. Hij
blijft achter met een paar broeders in het klooster. Het klooster wordt
geplunderd door Duitse soldaten. Sommige soldaten zijn vriendelijk en zoeken
dingen voor hun kinderen; andere niet.
In november 1944 – Zuid-Nederland was inmiddels bevrijd- wordt
hij verhoord door een jonge man die op het Gymnasium in de Jan van
Nassausstraat heeft gezeten. De heer Homan ervaart het verhoor als zeer onaangenaam.
Vervolgens gaat hij naar een klooster in Weert waar hij van 28 december 1944
tot en met 6 augustus 1945 verbleef. Hij is daar beperkt in zijn
bewegingsvrijheid en piekert maar geeft aan niets te klagen te hebben.
Na de bevrijding
In juni 1945 -na de bevrijding van Nederland- stuurt de
secretaris der Unie van christelijke onderwijzers een brief waarin hij aangeeft
dat de Heer Homan in het begin van de oorlog geprobeerd heeft ontslag te nemen.
Als de heer Homan weer terug is in Den Haag in augustus 1945 ontvangt hij nog
diverse vriendelijke brieven van de broeders uit Limburg. Hij ontvangt ook een
brief uit Duitsland van een oud-collega. Hieruit blijkt dat het voormalig hoofd
van de school – de heer Saathoff - tot begin 1948 gevangen heeft gezeten in
Frankrijk.
Na de oorlog werd de heer Homan er door enkele mensen op aan
gekeken dat hij in de oorlog op een Duitse school had gewerkt. Hij overlijdt in 1966.