Vijfde klas [zie voor namen het einde van het artikel]
De klaslokalen waren gemeubileerd met de eerder genoemde klapbankjes voor 2 personen, opgesteld in drie rijen met soms nog een rijtje éénpersoons bankjes. (Zie foto 5de klas). Tussen
het bord en die banken stond een bureautje voor de onderwijzer(es) met stoel, dan was er een hoge lessenaar met hoge stoel. Dat was een soort scheidsrechterstoel zoals bij tennis, met een biezen zitting. De onderwijzer zat daar meestal op tijdens het voorlezen en om een goed overzicht te hebben wanneer wij sommen moesten maken of repetities. De ramen die op ooghoogte zaten konden open maar waren dat nimmer, de hoge klapramen echter wel. Aan het plafond hingen lampen van wit melkglas, merk Gispen. Nu zijn die dingen een fortuin waard. Er hingen in de lokalen hier en daar non-descripte “schilderijtjes” aan de muur, en uiteraard de bekende Jetses schoolplaten. Die werden geregeld ververst, de voor een les laatst gebruikte bleef meestal een tijdje hangen. Dan kon je nog wat nagenieten.
Iedere dag was er schoolmelk. Die werd aangevoerd in metalen kratten, voor elke klas één, en Rikkers bracht die ’s morgens in de lokalen. Dan mocht een van de leerlingen met een metalen priem gaatjes in de aluminium capsules prikken en daar rietjes in steken. Vervolgens namen de leerlingen die ervoor betaald hadden zo’n klein flesje melk mee naar hun bank en zogen de lauwe melk op. Sommige kinderen hoefden dat niet, ik was jaloers op hen. Misschien waren hun ouders te arm, of vonden het overdreven. Mijn ouders meenden dat het wel goed voor mij was en wilden mij geen buitenbeentje laten zijn. Wij moesten iedere week melkgeld meebrengen, dat werd door de leerkracht geadministreerd en als je het geld vergeten had kreeg je geweldig op je kop.
Uit wandelen
Vanuit school werd er ook nogal wat georganiseerd waarvoor wij de school moesten verlaten. Zo werd er bijvoorbeeld gezwommen. Wij liepen dan naar de Mauritskade om daar in het gemeentezwembad les te krijgen. http://historie.residentie.net/zwmt.htm
Ook gingen we ieder jaar naar de schooltandarts. Dat was helemaal een eind lopen, ergens in de buurt van het Staatsspoor in een achterafstraatje zat de schooltandarts in een deprimerend gebouw. De tandarts controleerde onze gebitten eerst in de klas, met een assistente kwam hij langs en wij moesten naar voren komen voor inspectie. Als we allemaal bekeken waren (zonder
behoorlijk licht) hield hij steeds hetzelfde praatje. Dat luidde: “Na het broodeten goed poetsen”. Meer zei hij niet. Als je de klos was en een gaatje had, moest je dus in een groepje onder leiding van de juf naar de binnenstad. Nu ik zelf tandarts ben, en de kwaliteit van het werk destijds moet beoordelen, dan griezel ik van deze wijze van tandheelkunde beoefenen. Maar goed, het
kostte niets en het waren de jaren vijftig. Ook kwam er af en toe een schoolarts. Die deed niet veel meer dan oogonderzoek. Hij hield dan vooraan de klas een rond schijfje met een vinger erop getekend omhoog, en wij moesten dan om de beurt achter in de klas staand met onze vinger in dezelfde richting wijzen. Had je het fout dan kreeg je een bril voorgeschreven. Ik kreeg dus een
bril en werd meteen vooraan in de klas gezet. Dat had later zo zijn voordelen zoals u nu weet. Wij konden ons ook opgeven voor een volkstuintje. Ik vond dat onzin, want wij hadden zelf een tuin, maar mijn ouders vonden het voor mijn opvoeding wel goed dat ik op woensdagmiddagen naar zo’n tuintje ging. Nou dat was helemaal ergens aan het eind van de wereld, halverwege Monster, dus na twee keer bedankte ik voor de eer, en mijn volkstuintje verkommerde verder. Meneer
Weeber nam mij dat niet in dank af. Als compensatie mochten de kinderen zonder tuintje in de klas een spons met sterrenkerszaad op een schoteltje neerzetten. Na verloop van tijd stond er dan in de vensterbank een hele rij groene schoteltjes die je mee naar huis mocht nemen als de tijd en de sterrenkers rijp was. In de derde klas hadden wij trouwens ook een aquarium. Wie dat ding bekostigde weet ik niet, maar er zwommen goudvissen in en een meerval. Het mogen strooien van het visvoer was ook weer een privilege. Ik heb dat nooit gedaan. Ik had een hekel aan vissen.
Onder de rubriek “uit wandelen” valt ook het jaarlijkse schoolreisje. Dat was het hoogtepunt van het schooljaar. Meestal gingen wij met een bus naar een of andere verafgelegen speeltuin. Drievliet of zoiets, en heel bijzonder was een vaartochtje op de Maas in Rotterdam met de
Spido. Maar ook herinner ik mij dat wij eens naar Madurodam gingen met de klas. Ach, heel bijzonder waren die reisje over het algemeen niet als je het nu bekijkt. Maar in die tijd was het toch een feest.
Ook onder “uit wandelen” behoort de vermelding van de verjaarsviering der leerlingen. Als er een leerling jarig was, mocht deze natuurlijk trakteren. Daartoe werd meestal een trommeltje snoep van thuis meegebracht, vooral toffees waren populair. Tegenwoordig komen kinderen met complete maaltijden op school aanzetten, maar in die tijd was een snoepje al een hele traktatie. Bovendien had niemand geld voor dure gevulde koeken of spritsen. Men ging dus rond in de klas met de trommel, nadat de jarige vrolijk was toegezongen. Daarna mocht het feestvarken met enkele uitverkoren vriendjes of vriendinnetjes een ronde door de school maken. Dan werden de overige leerkrachten gefêteerd. Men klopte eerbiedig aan bij elke klas om zich te laten feliciteren door de desbetreffende juf of meneer. Met het complete gevolg ging men zo de hele school door, bleef extra lang kleven bij meneer Rikkers om zo laat mogelijk weer in de klas terug te zijn.
Spido. Maar ook herinner ik mij dat wij eens naar Madurodam gingen met de klas. Ach, heel bijzonder waren die reisje over het algemeen niet als je het nu bekijkt. Maar in die tijd was het toch een feest.
Ook onder “uit wandelen” behoort de vermelding van de verjaarsviering der leerlingen. Als er een leerling jarig was, mocht deze natuurlijk trakteren. Daartoe werd meestal een trommeltje snoep van thuis meegebracht, vooral toffees waren populair. Tegenwoordig komen kinderen met complete maaltijden op school aanzetten, maar in die tijd was een snoepje al een hele traktatie. Bovendien had niemand geld voor dure gevulde koeken of spritsen. Men ging dus rond in de klas met de trommel, nadat de jarige vrolijk was toegezongen. Daarna mocht het feestvarken met enkele uitverkoren vriendjes of vriendinnetjes een ronde door de school maken. Dan werden de overige leerkrachten gefêteerd. Men klopte eerbiedig aan bij elke klas om zich te laten feliciteren door de desbetreffende juf of meneer. Met het complete gevolg ging men zo de hele school door, bleef extra lang kleven bij meneer Rikkers om zo laat mogelijk weer in de klas terug te zijn.
Dit was het laatste artikel over de herinneringen van Tom Kruys. Wij danken hem hartelijk voor zijn bijdrage aan ons blog over de historie van de OBS Benoordenhout.
Hieronder de namen van de leerlingen op de foto bovenin het artikel, voor zover bekend.
Klassenfoto 2 (in de 5de klas van Jufforuw Gisolf, 1959)
1. Kees Feith
2. Richard
3. Arend
4. Kunetje Biezeveld
5.
6. Robbie van Beets
7. Wieke Hoekstra
8. Claudy van der Sluijs
9. Frans Ledeboer
10.Ellen Knuttel
11.Paul Kwint
12.Joop van Gaans
13.Robbie Keessen
14.Theo Trumpie?
15.
16.Jan-Evert van der Kaaij
17.Melchior Poldermans?
18.Willy Overdiep
19.Lieske Polak
20.
21.
22.Jacqueline Kupferschmidt
23.Robbie Nagtzaam
24.Odille van ’t Hof of
Mieke Morie
25.Tonny Kruijt
26.Tom Kruys
27.Marian Penning
28.Ellen
29.Joke Verruijt
30.Peter van der Toom
31.Anja Drenth
32.Kees de Jong
33.Betty Wolff
34.Jetty Wolff
35.Freddy Hofman
36.Dorien Stakenburg
37.Anneke Monna